De lotgevallen van de Icoon: *
Op weg naar een theologische beoordeling van de gebeurtenissen in Soufanieh: *
Privé-openbaringen in de katholieke Kerk: *
De stigmata (wondtekenen van Christus): *
De verschijningen tijdens de extases: *
Sinds de 22e November 1982 is een eenvoudige woning in de christenwijk Soufanieh te Damascus het toneel van verschijnselen, die voor de bewoners de wonderbare tijden van de eerste christenen doen herleven.
Damascus leeft in de ban van deze onverklaarbare en schokkende gebeurtenissen die elkaar in hoog tempo opvolgen: olie die afgescheiden wordt door een replica van een afbeelding van de Maagd Maria (in het vervolg van dit document aangeduid als ‘Icoon’), en olie die neerstroomt van het gezicht en de handen van Myrna Nazzour. Zij is een normale en evenwichtige jonge vrouw, achttien jaar oud en sinds een half jaar getrouwd. Met inbegrip van stigmata’s beleeft ze het lijden van Christus, en op momenten van extase ontvangt ze visioenen van de Maagd Maria.
Deze gebeurtenissen begonnen op 22 november 1982. Tijdens een bezoek aan haar toekomstige schoonzuster waren Myrna en de andere familieleden samen aan het bidden. Plotseling voelde ze een vreemde en onbeschrijflijke sensatie: ze sidderde over heel haar lijf alsof er een soort kracht van binnen uit naar buiten brak (om haar eigen woorden ze citeren). Op dat moment begon voor de eerste maal olie van haar handen af te stromen.
De tweede gebeurtenis vond plaats in de woning van Myrna en Nicolas te Soufanieh, en begon op 27 november 1982. Het was op de jaarlijkse gedenkdag van het verschijnen van de Maagd Maria aan de heilige Catherine Labouré in 1830 aan de Rue du Bac te Parijs, Frankrijk. Er stroomde olie uit een kleine replica van de icoon van de Maagd van Kazan (6x8 cm), die door Nicolas in juli 1980 in de Orthodoxe Alexander Nevskykerk te Sofia, Bulgarije, was gekocht.
Deze olieafscheiding uit de icoon volgde in een gestaag ritme de cyclus van het kerkelijk jaar en eindigde op 26 november 1990. Gedurende deze jaren werd de oliestroom voor één jaar onderbroken, namelijk van 27 november 1985 tot 25 november 1986, maar de geest van vrede en gebed bleef onverminderd voortduren.
Heel dit jaar vertoonde zich geen druppel olie en vonden er ook geen verschijningen plaats. Deze periode verklaart een deel van Christus’ boodschap op 26 november 1985: "……en als mijn afwezigheid voortduurt en het licht van jou wordt weggenomen, vrees dan niet, het zal Mij tot verheerlijking strekken".
De H. Maagd Maria werd sinds de 17e eeuw vereerd als de Redster van Rusland. Deze verering vond haar oorsprong in een afbeelding van de Maagd Maria, die op wonderbare wijze in 1579 te Kazan was teruggevonden.
Nadat Peter de Grote in het begin van de 17e eeuw het Zweedse leger definitief overwonnen had – in een veldtocht waar de Icoon als teken van de overwinning was meegevoerd -, werd in Moskou een cathedraal gebouwd ter ere van Onze Lieve Vrouw van Kazan, aan wat later het Rode Plein zou heten. De Icoon werd daar tot in 1721 vereerd, waarna ze werd overgebracht naar de nieuwe hoofdstad Sint Petersburg.
De terugtocht van Napoleon uit Rusland werd aan de tussenkomst van Onze Lieve Vrouw van Kazan toegeschreven.
Na de oktoberrevolutie in 1917 – enkele maanden nadat in Portugal Onze Lieve Vrouw drie jonge kinderen had toegesproken met het oog op de bekering van Rusland – werden daar veel heiligdommen geplunderd, van kostbaarheden ontdaan en ontheiligd. De cathedraal van Onze Lieve Vrouw van Kazan, reeds twee eeuwen eerder van haar Icoon beroofd, werd tenslotte in 1936 geheel verwoest.
:Mary Kourbet Al-Akhras, met de roepnaam Myrna, werd geboren in 1964 uit een Grieks-Kathlieke vader en een Grieks-Orthodoxe moeder. Haar jeugd verliep mormaal. Zij heeft nooit een ernstige ziekte of een ongeluk gehad. Zij heeft zowel op christelijke scholen, katholiek en orthodox, als op openbare scholen gestudeerd.
Een jaar vóór het behalen van het VWO-diploma, stopte zij met haar studie. Haar religieuze kennis is beperkt gebleven. Zij is met Nicolas Nazzour, een Grieks-Orthodox, getrouwd, zes maanden vóór de eerste verschijnselen die op 27 november 1982 op de vooravond van de eerste adventzondag plaatsvonden.
Op weg naar een theologische beoordeling van de gebeurtenissen in Soufanieh:
Ik heb aangetoond dat bedrog uitgesloten lijkt bij het door mij waargenomen fenomeen van de olie-afscheiding van Myrna's gezicht op 26 november 1995 en dat we, minstens in dit geval, te maken hebben met een onverklaarbaar verschijnsel. Maar alleen deze constatering is niet voldoende om te besluiten dat het in Soufanieh ook om een bovennatuurlijk verschijnsel gaat, dat wil zeggen een bovennatuurlijk veroorzaakte gebeurtenis waarmee God ons een teken van zijn aanwezigheid wil geven. Het onverklaarbare karakter alleen is niet voldoende om gebeurtenissen 'wonderbaarlijk' of bovennatuurlijk te kunnen noemen. In dit artikel wil ik mij afvragen in hoeverre er in Soufanieh tekenen, theologische indices, aanwezig zijn die in de richting van het bovennatuurlijke kunnen wijzen. Een definitief oordeel hierover komt alleen toe aan diegenen in de Kerk die op dit terrein het volledige charisma der onderscheiding bezitten: de bisschoppen. Hun (voorlopige) stellingname in deze komt hier niet aan de orde en zou apart beschreven moeten worden.
Privé-openbaringen in de katholieke Kerk:
We horen in onze tijd veel over verschijningen en privé-openbaringen. Welke rol spelen deze buitengewone gebeurtenissen in de Kerk? Voor veel individuele gelovigen zijn al deze verschijningen een teken van de moederlijke zorg van Maria in een moeilijk tijdvak van de geschiedenis waarin Kerk en geloof aan vele beproevingen bloot staan. Voor een aantal is het zelfs het enige geloofshouvast dat ze nog hebben. Daarentegen is het voor vele anderen slechts een bijverschijnsel van het geloof, of zelfs een vorm van bijgeloof, waarmee we ons in deze 'verlichte' tijd niet moeten bezighouden. Zo moeten we ons afvragen wat de plaats binnen de kerk is van verschijningen en privé-openbaringen.
We moeten die plaats niet onderschatten, maar ook niet overschatten. De invloed van bijvoorbeeld Fatima kan niet over het hoofd gezien worden. Enkele pausen zijn er zelfs op bezoek geweest. In sommige kringen wordt de rol van verschijningen en openbaringen gemarginaliseerd. Het zou alleen maar gaan om verschijnselen aan de rand van de kerk. Daartegenover staan een groep mensen voor wie privé-openbaringen haast de rol van het geloof overnemen.
Tot 16 april 2001 zijn er drieënveertig extases geregistreerd. Acht ervan waren buiten Damascus, Syrië. Tijdens die extases zag Myrna de Heer Jezus of de Heilige Maagd Maria.
Vaak is aan de extase zweetverlies of afscheiding van olie uit de handen, het gezicht en de hals van Myrna vooraf gegaan. Wanneer de Heer Jezus aan haar verschijnt, komt de olie ook uit haar ogen en veroorzaakt een branderig gevoel, ook weer vóórdat zij in extase gaat. Deze fase wordt gevolgd door de extase zelf; dat wil zeggen dat het contact met de externe wereld verbroken wordt. Tijdens deze fase ziet, hoort en voelt Myrna niets. Haar lichaam wordt stijf. Zij ziet de Heer Jezus in de gestalte van een Persoon van Licht, maar niet Zijn gezicht.
Na de extase, komt zij terug naar haar normale staat. Haar gezichtsvermogen herstelt zich na een verloop van 72 uur (zoals van 26 t/m 29 november 1984). Vaak zouden één tot vier dokters aanwezig zijn bij deze extases. Een aantal medische onderzoeken zijn gedaan naar haar ogen (gevoeligheid en reflex): het resultaat is altijd negatief. De duur van de extases wisselt van 5 tot 75 minuten. De meeste van die extases zijn opgenomen op video.
Die extases gingen vaak vergezeld van boodschappen die een samenvatting geven van de belangrijkste elementen van het christelijk geloof; namelijk:
De olie die zweet uit het lichaam van Myrna, is 100
% pure olijfolie. Het geurt naar rozen. Wanneer zweet het uit:
Wanneer de olie uitzweet, zalft Myrna het voorhoofd van de aanwezigen; maar nooit van de geestelijken. Zij vraagt hen om zichzelf te zalven.
De stigmata (wondtekenen van Christus):
Het fenomeen van de stigmata verschijnt in een persoon door de wonden (stigmata) die herinneren aan de vijf wonden van Christus en aan die van de doornenkroon. De wonden etteren niet en het bloed is puur. Stigmatisering gaat vergezeld van intens lichamelijk en moreel lijden. Meestal gebeurt dat overdag; bij het herinneren van de Lijden van Christus.
De eerste keer gingen aan de stigmata verschillende symptomen vooraf:
De wonden die op vrijdagmiddag, 25 november 1983 ontstonden, waren om 23.00 uur helemaal genezen zonder litteken achter te laten. De wond aan haar linkerzijde was klein (1.5 cm). Acht dokters hadden de stigmata geconstateerd.
De tweede keer was op Witte Donderdag, 19 april 1984 om 15.30 uur. De wond van haar zijde was 10 cm lang. Iemand had Nicolas geadviseerd dat hij zijn vrouw naar het ziekenhuis zou brengen om de wond te hechten. Hij antwoordde: "Degene die de wonden heeft geopend, zal die ook dichtmaken". Rond 23.00 uur gingen de wonden volledig dicht zonder enig litteken.
De derde keer was ook op Witte Donderdag, 16 april 1987, in de aanwezigheid van pastoor Elias Zahlaoui en pastoor Joseph Malouli die de eerste bloeddruppeltjes op de voorhoofd van Myrna hadden gezien. De wond op haar voorhoofd was de eerste die open ging. De wond van haar zijde was 12 cm lang. Een Franse bioloog, mevrouw Geneviève Antakly, had de wond aan Myrna’s zijde gemeten. Zij noemde het ‘een snijwond’. Deze wond opende zich ongeveer 10 minuten na de andere wonden. De volgende dag was deze helemaal dicht. De twee chirurgen, die aanwezig waren, hadden er niets aan gedaan. De andere wonden, die onderzocht werden, hadden een paar dagen nodig om te genezen. De wonden op haar voorhoofd, handen en voeten genazen zonder behandeling. Ook werden er geen ontsmettend middelen gebruikt om de wonden te schoon te maken.
De Grieks-orthodox aartsbisschop, mgr. Stephanos Haddad, heeft het eerste optreden van de stigmata gezien. Hij is ongeveer een uur bij Myrna gebleven. De Syrisch-katholieke aartsbisschop, mgr. Joseph Mounayer, heeft de tweede optreden van de stigmata vastgesteld.
Pastor Nocolas Baalbaki, chirurg en Grieks-orthodox priester, heeft het derde optreden van de stigmata gezien en aangeraakt.
Alleen als de Goede Week van de katholieken en orthodoxen samenviel, opende de stigmata zich; met uitzondering van vrijdag 25 november 1983. de andere jaren vond er niets bijzonder plaats; zelfs geen druppel olie, noch tijdens de katholieke noch tijdens de orthodoxe paasviering.
Op Witte Donderdag 1990, opende de stigmata zich in drie fasen:
De vierde verschijning van de stigmata was op Witte Donderdag, 12 april 2001. aanwezig waren de pastoors: Elias Zahlaoui, Boulos Fadel, Antoine Mousleh, Jean-Pierre Devedeux en Fadi Tabet. De lengte van de zijdewond bedroeg 12 cm.
De verschijningen tijdens de extases:
De Heer Jezus is 21 keer aan Myrna verschenen; namelijk tussen de Goede Vrijdag 20 april 1984 en maandag 26 november 2001. Tijdens die verschijningen werden zeventien boodschappen gegeven.
Twee keer verscheen Hij op een top van een schitterend verlichte berg, een rood kledingstuk dragend. Eén keer was er een sterk schitterend licht uit Hem gekomen, dat 72 uur bleefschijnen, van 26 tot 29 november 1984, maar zonder boodschap.
Zij verscheen 12 keer, tussen vrijdag 28 oktober 1983 en maandag 26 november 1990, met 11 boodschappen.
Haar boodschappen zijn in harmonie met de Bijbel. Ze dragen diep spiritueel bedoelingen: geloof, liefde, aankondiging van Immanuel, berouw, nederigheid, zich verheugen in de Heer, wederzijdse vergeving en de eenheid van de Kerk, vooral op het punt van de paasviering.
Alle verschijningen vonden’s nachts plaats op het terras. Alleen Myrna heeft de H. Maagd gezien. De verschijningen vinden plaats in een sfeer van gebed en vrede. De plaats van de verschijningen is een horizontaal tak van een eucalyptus boom die ongeveer 15 yard ten zuiden van het huis ligt. Een bol van licht verschijnt eerst. De bol opent zich en laat hoog er boven een blauwe maansikkel zien, die verdwijnt wanneer de H. Maagd verschijnt. Eerst zit Zij op de tak, dan staat Zij op en loopt in de richting van het terras van het huis. Zij draagt witte kleren met een blauwe riem en een soort capuchon op haar hoofd. Een blauwe sjaal over haar rechter schouder (zoals op het schilderij van haar Hemelvaart, door Murillo). In haar rechterhand houdt zij, tussen de wijsvinger en de ringvinger, een rozenkrans met kristallen kralen. Haar rechter arm is gevouwen voor de borst, de linker arm hangt aan haar zijde. Haar voeten zijn onzichtbaar.
De H. Maagd geeft haar boodschappen aan Myrna. Behalve Myrna, kan niemand de boodschap horen. Langzaam, herhaalt Myrna de woorden.
Er hebben veel genezingswonderen hebben plaatsgevonden. De meeste van die genezingen werden door veel mensen gezien die erbij aanwezig waren.
Ontwikkelde gelovigen beweren dat wonderen alleen kunnen gebeuren voor simpele mensen. Een groot aantal intellectuelen keerde terug tot God met een diep geloof.
Duizenden mensen - moslims en christenen – waren in gebed op zondag 18 december 1982 toen de menigte uiteen week voor een ziek mens. Een soldaat, Mohammed Al-Kahwaji (een moslim), hield zijn bedlegerige vader bij de arm. Myrna vertelde: "Ik kwam bij die zieke en zei tegen hem: ‘Bid, vraag de H. Maagd Maria u te genezen’. Na een tijdje stond hij moeizaam op. Dan begon hij te liep. Zijn zoon, Mohammed, was buiten aan het bidden. Plotseling zag hij zijn vader vóór zich staan. Onmiddellijk knielde hij neer en schreeuwde: ‘Dank u, dank u wel Maagd Maria".
Dezelfde dag bracht Fadi Bahem zijn zieke broer naar de Soufanieh. Hij wankelde op zijn benen. Een ooggetuige zei: "Ik vroeg me af hoe deze mens nog genezen kon worden. Maar toen ik hem zag lopen, werd ik bijna gek!".
Een kind van acht, Samer Sayegh, is naar het kinderziekenhuis in Damascus gebracht wegens een poliomyelitis (kinderverlamming). Maar men had geen ruimte daar voor hem. Ze gingen naar kennissen om daar de nacht te blijven. Die familie vertelde over wat er in de Soufanieh gebeurde. Het kind hield vol om daar heen te gaan. Zijn ouders wilden dat niet. Ze waren bang dat een bedrog een trauma voor het kind zou veroorzaken. Ten einde luisterden zij naar hem en gingen naar de Soufanieh. Na enkele minuten begon hij te lopen. De volgende dag bevestigde de kinderarts, Dr. Bernard Khozem, zijn volledige genezing.
Mevrouw Halaby, die verkalking had in haar rechter arm, vroeg Myrna dringend voor haar te bidden en om een stukje katoen met olie. Er was geen druppeltje olie. Zij nam een klein stukje katoen en poetste ermee op de Icoon. Dan slikte ze het in. Op weg naar huis, proefde zij een prettige smaak van olie in haar mond. Die avond at zij niets. De volgende dag was zij volledig genezen.
Sinds 27 november 1982, leeft de Soufanieh in een sfeer van vrede, vreugde en sereniteit. Daar is het bidden de kern van alle activiteiten. In principe worden elke dag twee diensten gehouden: de rozenkrans, en een gezamenlijke gebedsdienst. Soms zijn er drie of vier diensten.
Sindsdien is het bidden geen enkele dag onderbroken. Degenen die voor de eerste keer naar de Soufanieh komen, worden aangestoken door het vuur van de gelovigen. Hele levenswandel herzien. Tal van hebben hun geestelijke gesprekken worden er gevoerd, die belangrijker zijn dan geneesmiddelen voor het lichaam.
Wat betreft Myrna valt het op dat zij nederig en eenvoudig blijft, ondanks alle aanleiding tot trots, waaraan zij blootstaat.
Myrna, Nicolas en zijn kinderen geven een merkwaardig beeld van een christen familie. Het is voor haar niet makkelijk om haar zending te overeen te brengen met haar plichten als vrouw, moeder en zus.
Voor meer informatie en afbeeldingen, zie de Soufanieh website:
www.soufanieh.com